3 oktober. Was in mijn jeugd iets geweldigs. Het begon op 2 oktober 's avonds met de taptoe en daarna de kermis, waarvoor toegang betaald moest worden. Allemaal op het Schuttersveld. Aan de hand van mijn ouders en/of opa en oma van vaders kant. Een hele belevenis voor een jong kind. Geluiden en lichten en zo veel mensen in een drukke Haarlemmerstraat. En in het donker. De lichtjes in de presentatie van Instrumentenmakersschool, de majorettes van het muziekkorps De Burcht, de sportverenigingen soms met fakkels. Een dag later was er 's middags de optocht en 's avonds het vuurwerk van kunstvuurwerkfabriek Kat.

Vandaag overdag weer een keer naar dat vroegere slagveld teruggekeerd. Want hoewel er niet werd gevochten, soms wel maar dan onder invloed van drank, gebeurde er voor mijn gevoel heel veel, dat de dagelijkse gang van zaken even deed kantelen.

Wilde het nuttige en aangename verbinden. Daarom een gezonde wandeling gepland van station Sassenheim naar Leiden centrum. De wereld ziet er anders uit dan in de prille lente van mijn leven, dat wist ik al maar ik werd weer verrast door de huidige werkelijkheid van de veranderde omgeving. Warmond doorgelopen via de Dorpsstraat. Nog steeds veel rijke mensen daar met hun prachtige woningen op grote lappen grond langs de Leede. Eerder in Warmond zag ik aan een huis een eenzame Leidsche vlag hangen. Begrijp ook niet goed waarom Warmond onderdeel is geworden van Teylingen i.p.v. Leiden of Oegstgeest. Maar dat terzijde.

Het Warmonderhek bereikt en afgedaald niet meer via een trapje, maar langs een fietspad dat leidde naar de Haarlemmertrekvaart. De houtzaagmolen gezien en ook dat het voetbalterrein van Lugdunum niet meer bestaat. Yuppenwoonwijken verrijzen ook daar. Het woonwagenkamp, vroeger gevreesd, is veranderd in een soort villadorp. Slechts een vrachtwagen van een handelaar in metalen herinnerde me nog aan toen.

Via een gedwongen omweg liep ik Leiden in. Was het mijn Leiden of mijn Lijden? Als ik ooit een psycholoog kan raadplegen, moest ik het daar eens over hebben. Vermindert misschien het verlangen zo nu en dan naar een roes.

Maar verder naar de stad, die opdoemde langs de Haarlemmertrekvaart. Onder de brug heb ik ooit gevist, ik wist niet beter en had nog geen notie van de pijn van de waterbewoners. In het oude wijkje er achter zat een fietsenmaker die ook zaklantaarntjes verkocht. Die lichtjes hadden een onweerstaanbare aantrekkingskracht. De Witte Katbatterijen die er voor nodig waren, bestaan niet meer. Ali was nog onbekend.

Over de kermis en langs de kraampjes en nog steeds zijn er fotografen, wiens plaatjes je later kan kopen. De hele route gelopen en geen bekende Leidenaar gezien. Dat ligt aan mij, ik weet het, ik had mijn bril niet op.

Museum De Lakenhal vluchtig bezocht. Werd aangespoord door een 3 oktoberverenigingslid omdat vooral te doen. Was vandaag gratis en ja, dan ga ik.

Bij het station was nog een stukje grond vrijgespeeld. Daar komt nu het gebouw De Geus. Geld is bij alle projectontwikkelaars welkom. Langs Stationsweg 3A gekomen en even omhoog gekeken.

Vanaf de kermis richting het station Leiden-Lammenschans gelopen. Een jonge krantenabonneewerver bood me een gratis Leidsch Dagblad aan. Het was een krant van een week geleden, zo zag ik even later. Schofterig vind ik dat en en ik zei dat tegen hem terwijl ik de krant teruggaf. Een gluiperig pardon was de reactie. Geen Telegraaf voor mij, het LD is indertijd opgekocht door dit schreeuwerige bedrijf.

De Zoeterwoudse Singel, waar de optocht spoedig langs dreigde te komen, overgestoken en op het station de trein naar Utrecht gemist. Een andere naar Leiden CS genomen en overgestapt voor Amsterdam CS. De rest is bekend, althans bij mij.

Foto's


of 2