Terceira 1 tot en met 8 mei 2019
Uitzicht over Praia da Vitória.
Naar de Azoren. Het klonk me in de oren als een exotische bestemming. Een beetje zoals naar de Filistijnen, maar dan anders. In ieder geval lekker ver weg en te betalen. Dus geboekt in een moment van onbezonnenheid, niet wetende dat mijn huis spoedig te koop zou staan en er wat dat betreft spannende tijden aan zaten te komen, ook financieel.
De heenvlucht was op een prettige tijd. Geen stoel met bijbetaling gereserveerd. Was ook niet nodig, de achterste passagiers werd verzocht om meer naar voren plaats te nemen. Het toestel was niet vol en moest wat gewicht betreft beter in balans komen. Zo zat ik dus ruim bij het raam. Niemand naast me en ook de rij voor en achter me waren leeg. Prima vond ik. Dan maar geen gezellig praatje met medereizigers. Na zo’n vier of vijf uur werd het eiland Terceira bereikt, mijn bestemming. Supersnel verscheen mijn koffer op de lopende band en 20 minuten later was ik in mijn hotel in Praia da Vitória. De zon scheen en ik ging op pad. Een heuvel met uitzichtpunt wekte mijn interesse op. Via een soort van terrassen naar de top geklauterd. De beloning was een mooi uitzicht. Terug via de autoweg. Kraampjes beneden met gefrituurde waren en dergelijke vonden gretige klanten. Een korte inleiding door een vertegenwoordiger van de reisorganisatie bijgewoond. Blij met info over het ov. De busdiensten zijn prima, zij het dat de frequentie niet hoog is. Maar beter dan een dagje met een excursiebus over het eiland voor 85 euro. Ik besloot de walvissen en dolfijnen eveneens met rust te laten.
Slapen met in plaats van een kussen een soort rol onder mijn hoofd. Toch maar geruild.
Angra do Heroïsmo is de grootste plaats en UNESCO-erfgoed. De bus er naar naar toe. Niet rechtstreeks maar via Biscoitos overgestapt en langs Serrata. Een rondrit langs de westelijke kant van het eiland. Een bica (kopje espresso) in een klein café voor 50 cent. Tja. Bij Angra aangekomen, de buschauffeur wees me onderweg op allerlei bijzonderheden zoals de eilanden Graciosa en São Jorge, uitgestapt bij het kasteel/fort en de Monte Brasil bestegen. Steil hier en daar en warm en zweterig. Een walsvisspotter gespot. Hij had blauwe vinvissen gezien en een familie van andere walsvisachtigen.
In het bergterrein ernaast werd geschoten. Militair oefenterrein. Twee soldaatjes wezen me een ander pad aan. Terug in Angra de bus naar Praia gezocht en gevonden. Een calorierijk avondmaal gekocht in de supermarkt en ’s avonds nog even rondgelopen in het dorp.
De dag er op zou het weer wat minder worden. Opnieuw naar Angra, rechtstreeks dit keer. Eerst toen het nog droog was de Jardim Duque da Terceira bezocht en de obelisk gewijd aan Pedro de vierde van Portugal er boven. Mooi uitzicht, jammer van de bewolking. Toen er druppels vielen het plaatselijke museum bekeken, na eerst het gemeentehuis te hebben aangezien voor het museum. Daar deed ik hier en daar maar het licht aan om betere plaatjes van het interieur te kunnen maken.
Het museum en het interieur van de bijbehorende kerk stelden niet teleur. Groot en veelzijdig, de toelichtingen waren helaas alleen in het Portugees. Een modeltreinemplacement trok mijn aandacht. Mocht er niet aankomen. Het was ooit van een weldoener, die bepaald had dat het museum zijn collectie treinen en modelauto’s zou herbergen en tentoonstellen. Een overvloed aan suppoosten wees me steeds de weg. Daarna de frisse lucht in, hoewel op sommige plaatsen de dieselstank de overhand had.
Rondgezworven aan de hand van mijn reisgidsje. De kerk die ik had willen bezoeken was zo juist voor een uur dicht gegaan. Een dame vertelde me dat binnen ook een verzameling moderne kunst te zien was. Daar heb ik het niet zo op. Niet meer teruggegaan dus. Een overdekte markt bezocht met voornamelijk groenteboeren. De bus teruggenomen naar Praia. Lopen is veel te ver en niet zonder gevaar. Trottoirs ontbreken. Een avondwandeling gemaakt. Meer winkeltjes dan gedacht. Het was mooi zo. Toen ik in bed lag, begon het flink te regenen.
We schrijven zaterdag en geen programma. Wel zon, die naar voorspeld werd ’s middags weer zou verdwijnen. Af en toe luide knallen. Hoorden bij een of ander kerkelijk feest, Esprito santo. Iets rustiger dan anders ontbeten. Ik had de tijd. Wandelen naar São Sebastião was mijn plan. Grotendeels de busroute gevolgd. Zo veel mogelijk de stoepen gebruikt, dus regelmatig van de ene kant van de weg naar de andere kant. Bijna elk vrijstaand huis wordt bewaakt door honden en alarminstallaties. Dit terwijl het eiland veilig was volgens de dame van de welkomstbijeenkomst. Onderweg wisselden zon en wolken elkaar af. Ik dacht voortdurend het hoogste punt te hebben bereikt, maar dan na een bocht ging het toch weer heuvelopwaarts. Fonte do Bastardo gepasseerd en 2 a 3 kilometer verder lag mijn eindbestemming.
Het dorpsplein sprak me aan, dat was de reden om er heen te gaan. Een man roosterde vlees boven een barbecue. Enorme rookwolken. Er zou een feest zijn, die dag. Touringcars voerden mensen aan. Een soort kapelletje in de vorm van een beschilderd huisje trok de aandacht.
Na een half uurtje kwam de lijnbus aan. Wijselijk deze genomen en zoals inmiddels gebruikelijk uitgestapt bij de brandweerkazerne en de supermarkt in Praia. Vlak bij mijn hotel een kleine Akiperto winkel bezocht. Was daar heel gezellig met pratende Azorianen. Die komen daar volop in het wild voor. Helaas is Portugees voor mij onverstaanbaar.
Een wandeling gemaakt door nog onbekende straten en een kerk binnengestapt. Uitleg van een toegewijde gids. Twee altaren waren er. Oorspronkelijk waren er twee kerken naast elkaar. Na een brand in 1921 besloot men de tussenmuren te verwijderen. Franciscus van Assisi was er ook te vinden.
Daarna gekozen om het hotelzwembad uit te proberen. De zon roerde zich flink zodat het ondanks de wind goed te doen was qua temperatuur. Later weer gaan wandelen langs het strand, een tijdje de golven bekeken en Portugees straatvoedsel gekocht. Onverwacht voortreffelijk. Lang gesproken met de eigenaresse, die oorspronkelijk uit de Algarve kwam. We kenden allebei een beetje Iberiaans. Terug op mijn kamer geheel tegen mijn gewoonte in een bad genomen. Vakantie verandert mensen tijdelijk.
De zondag begint met een mooie lucht met wolken en blauw. De ramen bewijzen dat het ’s nachts heeft geregend. Mijn telefoon opnieuw op de juiste Azorentijd ingesteld. Weer gewandeld naar het uitzichtpunt en gestuit op een soort processie, compleet met muziekkorps. Waarschijnlijk betrof het een stoet in verband met een eerste communie. Langs de begraafplaats gelopen, die duidelijk werd aangegeven door een doodshoofd en twee beenderen daaronder bij de ingang.
Op de maandag, in het Portugees segunda feira genaamd, wandelend van Biscuito naar Angra. Totaal onverwacht, zoals wel vaker in mijn vakantiedagen voorkomt. Wilde eigenlijk de busreis langs de oostkant van het eiland in de andere richting maken. Eenmaal is Biscuito was ik het wachten op de aansluitende bus beu en besloot de 18 km naar Angra te gaan wandelen. Dwars over het eiland van noord naar zuid. Sterke stijging in het begin, het midden is veel hoger dan de randen. Wijselijk water en brood gekocht bij de eerste en enige supermarkt die ik tegen kwam. Achteraf viel de tocht me mee. Ik was ook wel trots op mijn lichaam, dat deze inspanning nog aan kon. Niettemin enige malen gedacht, waar ik aan was begonnen. Weinig verkeer. De hectometerpaaltjes langs de weg gaven me moed. Nog maar 17 km en 900 meter. Onderweg de Pico Gordo gepasseerd, een bergtop. Twee medereizigers uit het hotel ontmoet in hun huurauto. Ik kwam ze overal tegen, ook in het museum de tweede dag en later in Praia en Porto Martins. Onderweg ingehaald door twee auto's waarvan de bestuurders me vroegen of ik een lift wilde. Was geroerd door het aanbod, maar wees het beleefd af. Ik wilde lopen, het hoofd leegmaken en mijn lichaam testen. Het zien in de verte van mijn bestemming Angra, bracht me in een staat van lichte euforie. Het zou me lukken de wandeling af te ronden. Het bleek al afdalend echter nog een heel eind door een minder mooi industrie- en woongebied. Gekozen om via de obelisk en de Jardim af te zakken naar het centrum, waar ik na een bica in de bus naar Praia stapte. Ik wist inmiddels het tarief. 2,52 euro voor een rit van ruim drie kwartier.
's Avonds tevreden naar de tv zender Mezzo gekeken. Mooie klassieke muziek was er te horen.
Voor de volgende dag, dinsdag, in het geheel geen programma gemaakt. Had Angra nu wel genoeg gezien. De dag begonnen met een bezoek aan de apotheek. Daarna de gele hoofdkerk bezocht en weer uitvoerig geïnformeerd door een gids. De aardbeving van 1980 had ook hier haar sporen achtergelaten. De fresco’s op de muren en het plafond waren verdwenen.
Het weer ondertussen was beter geworden. Ik zocht naar toch weer een wandeling. De hele dag op mijn kont zitten kan ik niet. Besloten naar Porto Martins te lopen, zo’n 8 kilometer met relatief weinig heuvels. Via Cabro di Praia heen. De wandeling werd wat verpest door de vele waakhonden onderweg, angstaanjagende beesten waren er bij. Gelukkig heel aangekomen in Porto Martins, waar pas over een kleine twee uur een bus zou komen met bestemming Praia. Daar ging ik niet op wachten in dat doodstille gehucht. Ik had een bord met Fonte de Bastardo gezien. Dat lag een stuk meer landinwaarts en dat betekende ook bergopwaarts. Ik was echter wel wat gewend de afgelopen dagen. Op de weg tussen Fonte en Praia terecht gekomen en terug gelopen naar Praia, waar mijn strandsnackbar gesloten bleek ondanks het mooie, zij het wat winderige weer.
Het zwembad van het hotel bleek een prima bestemming. Een mooi bad van zo’n 10 x 5 meter en ligbedden er om heen. In de tuin veel groen, palmbomen en fraaie struiken. En ik had het rijk alleen, slechts het zingen van de vogels klonk er en af en toe kwam een propellervliegtuig over van SATA, de plaatselijke luchtvervoerder. Later nog even gewandeld door het dorp.
De laatste dag brak aan na de zoveelste slapeloze nacht. Volop regen ’s nachts, maar dat was niet de oorzaak.
De tijd tot 15.30 uur moest worden gevuld. Gelukkig kon ik tot 14 uur over mijn kamer beschikken. Wachten tot het droog werd om nog snel even wat te eten te kopen voor in het vliegtuig. Nog wat rondgewandeld in de mij inmiddels bekende straatjes en nog kort even gesproken met de dame van de snackbar. Er in geslaagd twee natte voeten te halen in de zee bij een poging mijn handen te wassen. Gelukkig nog droge schoenen en sokken in de koffer.
Om half vier die middag verscheen het taxibusje dat mij en mijn medereizigers naar het vliegveld bracht. Vertraging door het slechte weer op São Miguel, waar een tussenlanding was. Een lange vliegreis volgde, deels wat gedommeld en deels wat gebroken het verstrijken van de tijd ondergaan. Wel weer met volop ruimte. Iets van kwart voor drie in de ochtend weer voet op de vaderlandse bodem gezet, waar de taxi op mij wachtte,
Samenvattend: Terceira is prachtig, maar kan niet tippen aan Madeira. Ik weet dat het een vergelijking van appels en peren is, maar toch. Mooie dingen gezien, relatief weinig toerisme. Vervelend bij het wandelen waren de vele waakhonden. Verder begrijp ik niet waarom ook op Terceira mensen het leuk vinden om stieren te pesten. Deze zitten vast aan een touw en worden dan getreiterd. Jammer dat de beschaving wat dat betreft daar nog niet is doorgedrongen.
Foto's |
|
|