België II 26 t/m 28 april 2015













Met de auto zondag vroeg naar Brussel voor de Serres van Laken. Parkeren bij de Abelen. In de verte reeds zicht op het Atomium.





Het verkeer op de weg voor de hekken van het hotel wordt in de gaten gehouden door deze agent. Toch weer anders gekleed dan bij 'ons'.



De rij bij de kassa viel mee en dra waren we op weg naar het park met de kassen en bijgebouwen.







Hierboven iets voor onze 'serre' thuis. Hiernaast de wilde orchidee, die steeds om bewondering vraagt.


Velen in dit leven vragen zich dingen af. Zo ook de Belgen. Zijn er antwoorden?







Bloemen, heel veel bloemen. Niet alleen mooi, maar ook functioneel. Door het geven van bloemen hoeven tongen minder te spreken. Ze kunnen gelukwensen, maar ook troosten, deelneming betuigen etc.

De bloemen hiernaast laten hun kopjes niet hangen omdat ze verdrietig zijn, denk dat maar niet.









Wat zou er links in die kopjes, eh ik bedoel knopjes omgaan bij het zien van al die hoofden? Misschien is er wel roos.


Qua schoonheid zijn alle bloemen gelijk, maar sommige zijn meer gelijk. Vrij naar Animal Farm dus, deze uitspraak.










Bananen in de kas.

Er zijn niet alleen kassen met bloemen en planten. Ook is er een uitgestrekt park, dat maar voor een deel toegankelijk is.




Ook dit groeit en bloeit op deze aarde.



Er is bij de uitgang een kleine souvenirshop. Daar stonden deze gieters vermomd als koffiekannen. Verder is er eigenlijk geen sprake van commercie. De horeca is eveneens slechts beperkt aanwezig.

De toegangsprijs voor al het moois is bescheiden te noemen.

Er heerst eigenlijk vooral weldadige beschaving, zou ik zeggen als ik de sfeer van de serres moet kenschetsen.








Eenmaal uit het park een kleine wandeling in de omgeving gemaakt. We komen er per slot van rekening niet elke dag. Links dus de Tour Japonaise.




Achter gaas een voetbalveld met een schijnbaar buitenaards wezen op de achtergrond. Maar wij weten beter. De wandeling ging voor een groot deel door het park van Laken.



Er loopt een tramlijn naar het voetbalstadion en het Atomium. Deels gaat deze ondergronds. Op de foto links het begin van deze route.

We reden verder naar Brugge via een schier onontwarbaar verkeersnet bij Brussel en arriveerden in ons hotel. Daar wachtte ons na een kledingopbergactie in de hotelkamer een mini high tea met bijgaande lekkernijen (nooit gedacht dat ik dat woord nog eens in mijn mond zou nemen). Ik word ouder.................




In Brugge geparkeerd bij het station. De hele dag voor 3,50 euro!

Buiten zagen we deze luchtpomp voor fietsbanden. Viel op dat geen vernieling of graffiti zichtbaar was.


Er was ook kermis met daarbij een reuzenrad. Boven een blik hiervanaf.



Rechts de trotse huzaar te paard die we eerder ook al in Visé tegenkwamen.









Belgen houden van bloemen, durf ik te stellen. Op de kermis trof ik ook een waarzegster. Ik weet nu alles.

Tussendoor zagen we de bus naar Zeeland. Toch maar even een foto gemaakt.

Rechts nog een olijke piraat maar wel met pistool!

België is een vrij land. De glijbaan gebruiken in een kermisattractie is daarom niet verplicht






Op wie lijkt deze figuur?





En die hiernaast?






We kwamen niet voor de kermis naar Brugge, maar voor het mooie stadje. Er zijn zo veel leuke straatjes en watertjes. Het stadsbeeld wordt overigens gedomineerd door de vele torens.













Een brug over een kalmerend stroompje. Rechts dichterbij. Eén van de baliekluivers heeft zich inmiddels verplaatst. Maar het water blijft boeien zo te zien.







Er waren behalve wij nog meer toeristen in Brugge, zo stelden we ter plaatse vast.



Populair is het varen in bootjes en het gebruik van de bus natuurlijk.













Eerst een etalage met marsepein. Best wel bijzonder want de meeste toonvensters zijn gevuld met chocolade. Na in twee 'echte' Italiaanse restaurants geen bedienend personeel te hebben ontmoet, gingen we met een lege maag op zoek naar een alternatief voor deze kennelijk te goed lopende zaken. Dat werd gevonden in de Pizzahut. We waren heel tevreden met het gebodene. Vandaar maar liefst drie foto's. Links voor de kenners een glas met Panna Cotta.













Toeristen en chocolade dus. Hier en daar ook kant en bier. Soms is het moeilijk kiezen en is een overlegronde noodzakelijk. Zoals hierboven te zien is.



Gelukkig is er een poortje om door te ontsnappen aan deze aanvallen op de lijn.











Soms zijn er te veel dingen om te zien.










De mevrouw op de foto uiterst links ziet er altijd tiptop verzorgd uit. Een voorbeeld voor velen.

Hierboven nog wat spiegelingen in het water.





De naam van de winkelier is veelzeggend. De uitgestalde waar een lust voor het oog.





Rechts de verblijfplaats van de Begijnen. Zwanen, dus het heet hier het Zwanenwater.













Zo wandelden we terug naar onze auto. Een fraai kasteelachtig huis aan de overzijde van het water. Almere is leuk maar...............



Links ontwaarden we vreemde borrelingen in het water.

Het leek alsof grote vissen elkaar achterna zaten. Een inspectie beneden leverden echter geen bevestiging op. Het zal altijd een raadsel blijven.

Op de hotelkamer werd het doosje opengemaakt, dat we bij de receptie hadden ontvangen. We hadden uiteraard geen idee wat er in zou zitten en waren blij verrast! Tevreden sliepen we in.







We hebben natuurlijk niet alleen maar gegeten. Daarom links een foto van het ontbijt in het hotel. Daarna dagkaarten voor De Lijn gekocht en met de bus naar Knokke. De dagkaart is ook geldig op de kusttram. Die loopt van Knokke tot de De Panne. Wij gingen tot Oostende.





Veel passagiers in de bus betekent doorschuiven en dat is soms een hele puzzel.





De kusttram speelt verstoppertje maar hij is al gezien.


In Oostende moest ik de drie koppen koffie van het ontbijt lozen. Dit levensreddende bordje bood uitkomst.

Rechts de plaatselijke kerk of kathedraal of.......Daarnaast de belangrijkste winkelstraat.







De lucht is zo blauw, zo blauw. Aan het eind van de straat wacht het strand en de zee. De wind was nog kil, maar over een maand kan het hier heel warm zijn.












Een groot verschil met Nederland is de bebouwing langs de Belgische kust. Aan de boulevard rijzen overal hoge appartementencomplexen op.

In Oostende is nog wel sprake van wat visserijactiviteit. Dit plaatje getuigt hiervan.



Daarna met de tram naar Blankenbergen. De twee leeuwen aan het eind van de trap van de winkelstraat naar de boulevard vormen een goed herkenningspunt.





In Blankenbergen duurde het op een terras wel weer erg lang voordat de bestelling (warme appeltaart) op tafel kwam. De eerder gebrachte thee was al lang opgedronken. Een zenuwachtige stemming maakte zich van mij meester. Zouden we de bus naar Brugge wel halen? Die ging slechts één keer per uur. Gelukkig haalden we hem nog. Hij was overvol maar met doorschuiven (dat hadden we eerder de dag geleerd) lukte het zelfs om zitplaatsen te bemachtigen. Wel rook het onaangenaam alsof iemand zich een maand niet had gewassen. Ik kan het niet geweest zijn. Op vakantie ben ik niet onder de douche weg te slaan.







Hiernaast en -boven een stadspoort van Brugge. Een Michael Jacksonachtige jongen (niet op de foto) hield kennelijk de wacht, zo constateerden wij zittend op een bankje in de zon.



Weer een van die fraaie straatjes links. Rechts een opname van een opname. Liggend op de grond krijg je alles veel beter in beeld.



Op de markt ook weer een uurtje op een bankje gezeten. Ach ja, de jaren gaan tellen. Het is erg onderhoudend om te kijken naar de andere toeristen, al of niet vergezeld door een gids.





Ik wilde graag een keer naar Damme. Dat is een klein plaatsje noordelijk van Brugge. De mare gaat dat Tijl Uilenspiegel hier geboren is. Er gaan vrijwel geen bussen meer naar toe. Echter, het geluk was met ons. We sprongen op van ons bankje op de markt en namen een bus naar het station. Daar de bus naar Oostkerken, die ook langs Damme reed. Het was de laatste bus die dag. Er ging ook geen bus meer terug, behalve deze. We hadden een kwartier de tijd in Damme.De boot rechts draagt de naam Lamme Goedzak, de vriend van Tijl.



Damme bestaat uit een naar schatting 50 tal gebouwen en ligt aan het kanaal naar Brugge. Op de meest rechtse foto is een toren van Brugge te zien.





In Café De Katte kun je een kater krijgen. Dat grapje ligt wel erg voor de hand, Hans.














Er zijn niet alleen onbekende soldaten, maar ook onbekende standbeelden.

De bus bracht ons terug. Belgen zijn soms heel strikt. We moesten zeker en vast achter uitstappen, ook al waren we de enige passagiers. Maar de chauffeur was overigens wel behulpzaam.


Weer in Brugge waar de avond en middag elkaar spoedig zouden ontmoeten. Toch maar weer een plaatje gemaakt met een standbeeld, eveneens onbekend van wie.




Het beertje hiernaast stond verdekt opgesteld in een muur.

Gedineerd in een op goed geluk uitgekozen restaurant, waar buiten een goed en betaalbaar menu werd aangeprezen, hetgeen inderdaad het geval was. Mijn vertrouwen in de horeca werd hier weer een beetje hersteld.






Foto linksonder: We kwamen 'toevallig' langs het station, waar deze oude Dieselloc stond.



Hieronder onze dagpas, waar we veel plezier van hebben gehad. De 5 euro meer dan waard!









Na twee nachten in het hotel links vertrokken we weer. We kwamen op het goede idee nog even in Gent te kijken. Na een uurtje, waarvan een groot deel file, bereikten we de parkeerplaats bij het station Dampoort. Een wat rommelige rotonde met druk verkeer maakte dat dit enige inspanning kostte.

Achter een schoolklas aan lopend, kwamen bij deze gracht.



De lucht was weer prachtig met spannende wolkpartijen boven soms kleurrijke huizen. Ik had de auto geparkeerd bij station Dampoort omdat ik hier al eens uit de trein was gestapt. Het centraal station Gent St. Pieter ligt een stuk verder van het centrum. De enige trolleybuslijn van Gent kwam vroeger ook langs dit station. Op de foto rechts is nog een deel van de bovenleiding te zien.






Gent is een stuk groter dan Brugge en ook veel minder een openluchtmuseum. De invloed van de studenten is merkbaar, ook aan de eetgelegenheden. Interessant is ook het openbaar vervoer met volgens mij 5 tramlijnen.






Foto boven: Er woonde dus een heuse ridder in Gent.



Links de toren in de steigers.






Eigenlijk allemaal te veel, te mooi vind ik. Even geen tekst.














Word ik nu kaal of verbeeld ik me het alleen maar?



Persoonlijk vind ik de foto rechts één van de betere foto's die ik ooit heb gemaakt. Hier slechts klein afgebeeld. Alles klopt naar mijn gevoel. De fietser die al rijdend voor de tram de oude vrouw met stok aanroept of is het iemand anders? Er zit 'leven' in dit plaatje.





Met zulk weer en zulke mooie gebouwen lijkt elke foto al gauw een plaatje. De burcht is het Gravensteen. De graven van Vlaanderen resideerden hier. Een tientje entree voor de binnenzijde vond ik iets te veel van het goede. Ik kan meestal ook maar matig geboeid raken door oude gebouwen met rondleidingen.













Oude huizen vergen onderhoud. Deze twee mannen steken de handen uit de mouwen.



Links toch ook geen onaardige foto al zeg ik het zelf.





Zo de waard is, vertrouwt hij zijn gasten. Op zoek naar een terrasje kreeg ik de indruk dat de bijbehorende waard de klandizie waard was. En ik had het bij het goede eind.










Lei als benaming voor straat, kennen we niet in Nederland. Rechts heeft het echter wel wat weg van een Amsterdamse straat.





We verlaten Gent op weg naar het parkeerterrein. Links een braakliggend terrein. Een toren die qua schoonheid niet kan wedijveren met die in het centrum. Maar hier is ooit rook uitgekomen en daarmee geld verdiend voor de stedelingen. Wellicht heeft dit meegeholpen de schoonheid van de stad in stand te houden.

België verlaten zonder brood mee te nemen, kan niet. Dus op een zoek naar een bakker. Slechts kleine allochtone zaakjes getroffen. Ons oog viel echter op een ietwat verscholen Carrefour. Brood en nog belangrijker Meiklokjes oftewel Lelietjes van Dalen.

In totaal hebben we deze drie dagen 588 kilometer met de auto gereden.



Terug naar Reizen