Boeken (deze pagina is sinds oktober 2020 niet meer bijgewerkt)
“Al wat in boeken aan wijsheid steekt, is in dit hoofd gevaren”
Was
het maar zo. Bovenstaande spreuk staat op de gevel van een oud huis
tegenover V&D in Leiden. Dacht ik, maar ik heb me vergist. Wel is
waar dat ik vanaf het moment dat ik kon lezen vele schrijfsels tot
mij heb genomen, maar of dat altijd aan wijsheid heeft bijgedragen?
Als kind las ik veel op de wc. Pietje Bell en Dik Trom en later de
Biggles serie waren favoriet. Daarnaast natuurlijk veel stripboeken
en stripbladen. In die tijd woedden er nog discussies of het lezen
van Pietje Bell en stripbladen wel goed was voor kinderen. De vrees
bestond dat dit hen tot verkeerde gedachten bracht dan wel dat zij
'goede' literatuur niet meer zouden kunnen waarderen.
De oma
en opa van mijn vaders kant waren mijn hofleveranciers. Er waren
abonnementen op Donald Duck, Fix en Fox, Pep en Sjors en af en toe
werden de Belgische bladen Kuifje en Robbedoes gekocht. Ik weet nog
dat ik 's avonds vanaf ons bovenhuis de straat inkeek om te zien of
in ik het donker het licht van de koplamp van mijn opa zijn fiets
zag. Hij bracht dan de bladen die 's middags door de bladenman waren
gebracht. Enig kleinkind.
Ook de gebonden uitgaven van de
Flintstones werden door mij verslonden. Niet alles bekoorde me echter
in dezelfde mate. Op basis van de verhalen in de bladen werden weer
stripalbums uitgebracht. Warme herinneringen aan Billy Turf en
meester Kwel, Old Shatterhand en Winnetou, de Man van staal, Michel
Vaillant en Dan Cooper. Kid Colt was een andere bekende en ook de
boekjes van de Illustrated Classics vermochten me te boeien. En niet
te vergeten de grote Plezier met Sjors boeken en de Winterboeken. Wat
later deed Batman zijn intrede.
Het lezen heb ik nog geleerd
met een leesplankje en een doosje met losse lettertjes. De oude
juffrouw van klas 1 zat vlak voor haar pensioen. In mijn ogen was ze
echt oud. Ook zo iets, mensen en hun leeftijd en verschijning, waar
je letterlijk anders tegen aan kijkt naarmate je zelf ouder wordt.
Ik weet nog dat mijn moeder opgetogen was toen ik tegen haar
zei: daar staat ijs. We liepen op dat moment over een brug met voor
ons zicht op een snackbar met een bord waarop 'IJs' stond geschreven.
Ze merkte bij die gelegenheid dat de inspanningen van de oude
juffrouw hun doel niet hadden gemist. Ook op school las ik veel en
graag. De bibliotheek van de school beschikte over diverse aardige
boekjes. Ik was goed in rekenen en meestal als eerste klaar met de
opgaven en dan mocht ik gaan lezen. Mijn schooltijd kende niet veel
mooie momenten, maar deze koester ik nog steeds.
Na de lagere
school begon het voortgezet onderwijs. De Mammoetwet deed haar
intrede. Ik heb die tijd het plezier in lezen behouden ondanks de
vreselijke boeken van Hella Haase en Harry Mulisch en niet te
vergeten de oefeningen zinsontleding. Eén van mijn liefste
boeken was de Camera Obscura. Dit tot verbazing van de leraar. Ook
Ivoren wachters van Vestdijk en De kleine Johannes van Frederik van
Eeden, om er maar een paar te noemen, heb ik graag gelezen. Leuk was
het ook het toneelstuk Warenar te zien.
Natuurlijk moet ik
hier niet vergeten melding te maken van Het bureau van J.J. Voskuil.
Kwam lang na mijn middelbare schooltijd uit. Geweldig tot in detail
beschreven gebeurtenissen in een ambtelijke omgeving. Verleden tijd,
maar wie goed kijkt ziet ook nu nog sporen hiervan in sommige
organisaties.
Eigenlijk is lezen altijd wel een favoriete
bezigheid gebleven. Soms spel ik graag de krant en natuurlijk ben ik
ook lid van de bibliotheek. Want om 20 euro voor een boek uit te
geven vind ik wel erg begrotelijk, krent die ik ben. Maar er zitten
ook praktische bezwaren aan het aanschaffen van boeken, want waar
moet je ze laten? Een tijd lang vond ik een gevulde boekenkast wel
iets hebben. Daar ben ik inmiddels van genezen. Ik maak me bij tijd
en wijle vrolijk als ik op de televisie de geïnterviewde dapper
voor een wand vol 'verantwoorde werken' zie zitten. Allemaal
gelezen?
Wie “De Weetmuts” van Marten Toonder
heeft gelezen, weet trouwens dat veel kennis bezitten, verkeerd kan
uitpakken.
Ik probeer minder spullen in huis te hebben en
kijk ook naar welke boeken weg kunnen. Zo kwam ik de pocket Vakantie
met de Moby Dick tegen van de bekende uitgeverij Kluitman. Het boekje
geeft een andere tijd weer. Twee brave schooljongens die een week
gaan zeilen over het IJsselmeer met een oom van één van
hen. En wat leren ze veel dingen over de kunst van het zeilen. Geen
sprake van seksuele bijbedoelingen. Alles blijft heel netjes. Oom
rookt genoeglijk zo nu en dan een pijp. Lijkt me dat een dergelijk
werkje tegenwoordig onverkoopbaar zou zijn. Ik kreeg ook weer
stripboeken van Billie Turf onder ogen. Op de omslag een tekening
waarop te zien is hoe Billie, gekleed in een schooluniform met pet,
door boze leerkrachten met stokken wordt geslagen. Eveneens
onbestaanbaar tegenwoordig. Destijds werd er nog om gelachen. En zo
zijn er meer voorbeelden. Uit de strip Sjors en Sjimmie bijvoorbeeld,
waarbij Sjimmie i.t.t. Sjors slechts gebroken zinnen kan uitkramen.
Boeken, ook proza, geven een indruk van hoe vroeger werd
gedacht, wat vroeger 'normaal' werd gevonden, daargelaten de vraag
wat dat woord ook mogen betekenen.
Later
gelezen boeken.
Jagtlust” van Annejet van der
Zijl. Het aardige aan dit boek is dat er veel inmiddels op hoge
leeftijd zijnde bekende Nederlanders in voorkomen. Jagtlust is de
naam van een landhuis in Laren. Daar voert dus één van
mijn volgende fietstochten heen.
Hallo muren” van Erik
Jan Harmens, een verhaal over een alcoholverslaafde. De schrijver
heeft ongeveer dezelfde stijl als Marcel van Roosmalen, bekend van de
verhalen over de voetbalclub Vitesse. Veel korte droge
constateringen, die soms humoristisch aandoen.
Ooit zag ik de
film De helaasheid der dingen van Dimitri Verhulst. Om diverse
redenen heb ik deze meerdere keren geboeid bekeken. Ook het boek
gelezen, waarbij je merkt dat boek en film hier en daar verschillen.
Ik vind overigens dat je eerst een boek moet lezen, alvorens de
eventuele film te kijken die op het boek is gebaseerd. Je kunt dan in
je fantasie een beeld vormen van de personages. Daarmee is een boek
'rijker' dan een film, waarin deze worden uitgebeeld door acteurs. In
een film ligt een deel ligt al vast, waarbij je zelf niets meer kan
invullen.
Van laatstgenoemde schrijver heb ik ook “De
laatkomer” gelezen. Het thema, een oude man die veinst dement
te zijn, sluit ongewild aan bij de actualiteit. Van de belager van de
'mollen' wordt momenteel onderzocht of hij werkelijk dement is
(Inmiddels is het stempeltje gezet, waarmee hij officieel dement is
verklaard).
Laatst een gesprek over Turkije. Vroeger daar op
vakantie geweest. Fascinerend land. Ik herinnerde me het boek
“Sneeuw” van Omar Pamuk, waarin een geschiedenis in de
stad Kars wordt beschreven. Het is winter, verlatenheid alom. Staat
versus geloof. Sommige boeken wil je nog een keer lezen of beter: de
gevoelens en de sfeer die in een verhaal worden opgeroepen, wil je
nog een keer beleven. En zo belandde ik dan weer op de site van een
reisbureau, gespecialiseerd in Turkijereizen.
Op het lijstje
van te lezen boeken staat ook “Het meisje in de trein” en
“De Pop”. Het laatste boek is een vertaling van een boek
van een Poolse schrijver. Een recentie in de krant helpt me soms bij
het maken van een keuze. Soms echter klopt de recensie niet. Ook tips
van collega's zijn vaak waardevol. Zo zie je maar dat werken soms
best lonen kan!
Wie mij wat langer kent, weet dat ik iets heb
met België. Vandaag (eind juli) “Overleven in België”
gelezen. Geeft een ander beeld dan ik had. Confronterend maar
verhelderend. Handig woordenlijstje op het eind. Belgen of liever
gezegd Vlamingen, zeggen het soms net wat anders dan
Nederlanders.
Op 15 augustus heb ik dan De Pop uitgelezen. Een
omvangrijk werk van zo'n 900 bladzijden. De schrijver is Boleslaw
Prus, een Pool. Het boek is enerzijds het verhaal van de liefde van
een rijk geworden koopman voor een dame van adel en anderzijds een
beschrijving van de klassen in het 19e eeuwse Polen en een stukje
Europese geschiedenis. Met name de minachting van de 'betere' kringen
voor de werkende mens komt goed uit de verf. Hoewel een dikke pil,
bleef de inhoud me boeien. Het boek ademt een sterk Midden-Europese
sfeer. Bewondering voor de vertaler. Moet een grote woordenschat
bezitten. Ik had af en toe een Nederlands woordenboek nodig. Maar dat
gebruik ik dan niet. Uit luiheid vorm ik me een beeld van de
betekenis van een woord, gezien vanuit de context van een zin of
alinea, daarna het risico nemend dat ik tot een verkeerd begrip van
het verhaal kom. Het zij zo.
Een dun boekje gevonden van Franz
Kafka (augustus 2015). Ik heb het voornemen om meer van deze
schrijver te lezen. Gewoon uit nieuwsgierigheid om te weten te komen
wat Kafkaiaans inhoudt. De Gedaanteverwisseling telt zo'n 60
bladzijden. Een man verandert in een insect. Dat heeft gevolgen voor
hem, maar ook voor z'n familie. Van kostwinner wordt hij
hulpbehoevend, niets meer waard eigenlijk, je kunt hem maar beter
kwijt zijn. Een andere uitleg is dat mensen om weer aan de slag te
gaan, geprikkeld moeten worden. De familieleden worden weer actief
omdat de hoofdpersoon in zijn gedaante van een insect, niets mee
bijdraagt aan de familie. Nu nog moed verzamelen voor “Het
proces”......
Nog zo'n dun boekje bevat een verhaal van
Tommy Wieringa: Een mooie jonge vrouw. De titel boeide me al direct.
Daar moest ik meer van weten. Het is een prettig leesbaar kort
verhaal. Wil de schrijver er iets mee? Wat pijn is voor de een en
voor de ander? Wat het verschil in leeftijd tussen partners kan
opleveren? Of hoe een geslaagd mens, kan terugvallen? Niet te veel
over nadenken.
Ik zag in de bibliotheek, een van mijn
favoriete plekken waar ik te weinig kom, een boekje over België.
Het grappige is dat het zich afspeelt in de Voerstreek. In deze
streek, zeg maar onder Nederlands Limburg, wordt Vlaams, Duits en
Frans gesproken. We hebben er laatst tijdens ons verblijf in Sittard
een tijdje rondgereden. Het verhaal vertelt de belevenissen van een
Nederlands stel, dat in die streek een huis heeft gekocht. In zekere
zin waren hun belevenissen voor mij een eyeopener. Ik vergeet bijna
de titel: “Bij de buren, Ollander in België” van
Paul van Gageldonk.
Tijdens de vakantie in de Harz las ik “De
sprekende slang” van Nico Dros. Het geeft de
geloofsgeschiedenis weer van een dorp op Texel. Fundamentalisten
maken ook in Nederland elkaar het leven zuur. Scheuring en
vijandschap ontstaan als gevolg van een verschillende uitleg van
bijbelteksten. Heeft de slang werkelijk gesproken en is de mens zijn
lot voorbestemd zijn voorbeelden van vragen die de nodige onrust
veroorzaken. Ds. Buskes speelt
een voorname rol, maar slaagt er niet in de kudde weer bijeen te
krijgen. De link wordt tot slot gelegd met actuele
ontwikkelingen waarbij een gemeenschap dreigt te worden veranderd in
een orthodox christelijk milieu doordat bijna alles eigendom is van
een fanatiek gelovig mens. Zeer boeiende materie en goed
geschreven!
Nu is het eind november. De krant heb ik al een
maand of langer opgezegd. Het onrustige gevoel de krant nog uit te
moeten lezen, bestaat niet meer, wel de onrust. Net bij toeval het
boekje “Ik woon in Almere” van Peer Ulijn in handen
gekregen. Herken veel, ook al is het al uit 2007. Vooral vooroordelen
over Almere van mensen bestaan nog. Herken ook de afkeer destijds nog
toen het centrum nog niet groot was. “Ik wil daar niet wonen”,
hoorde ik. Inmiddels woon ik er en ben tevreden over de stad.
Mijn
leven bestaat nog steeds voor een groot deel uit werken voor een
baas. Ik las het boekje “Recht op een baas” van Ward
Grootens. De ondertitel is “Afscheid van de zoek het maar uit
manager”. Er worden voor wat betreft het leidinggeven
parallellen getrokken met het opvoeden van kinderen. Dat vond ik ook
altijd moeilijk en mede daarom ben ik nooit leidinggevende geworden,
denk ik. Eén van de situaties die worden beschreven in het
boekje is dat er leidinggevenden zijn die het niets interesseert wat
hun medewerkers doen. Anderen durven niet te zeggen waar het op
staat. Positief benaderen van mensen werkt beter dan negatief. Iets
anders is dat een salarisverhoging als beloning weer snel vergeten
wordt. Het motiveert maar tijdelijk iemand extra. (Proberen) eerlijk
te zijn werkt het best naar mijn mening.
En dan is het er toch
van gekomen om te lezen. Het meisje in de trein. Geschreven door
Paula Hawkins. Veel over gelezen, maar steeds uitgeleend. Eén
keer per abuis “Het meisje uit de trein” geleend, maar
dat is een heel ander verhaal. 'Het meisje in' is een hier en daar
spannend boek, ook goed geschreven. Toch niet het beste boek dat ik
ooit heb gelezen. De euforie over het boek deed me vermoeden, dat dit
wel zo zou zijn. Het verhaal gaat over drie vrouwen, waarvan één
dagelijks in de trein zit en zo een achtertuin kan bekijken. Je kent
haar niet, maar ze weet heel veel over jou. Wat bijna beangstigend
goed is beschreven, is het verlangen naar drank en de gaten in het
geheugen die grote hoeveelheden alcohol tot gevolg hebben.
Binnenkort weer geabonneerd op een krant. Hoop daaruit nieuwe
boekentips te halen.
In de bibliotheek bij de nieuwe
aanwinsten zag ik “Karl en Anna” liggen van Leonhard
Frank. Een novelle oftewel een kort verhaal. Leuk om gelezen te
hebben. Ook niet meer dan dat. Verhaal speelt in en na de eerste
wereldoorlog. Twee krijgsgevangenen vertellen elkaar hun leven, ook
over de vrouw van één van hen. Eén besluit te
ontsnappen en gaat naar de vrouw van de ander. Hij weet alles van
haar en het huis en doet zich voor als zijn vroegere kameraad. Maar
de vrouw heeft hem door, ze weet dat het niet haar man is die daar
voor haar staat. Toch accepteert ze hem en wordt zwanger. Dan echter
keert haar man terug. De vrouw en haar 'nieuwe' man vertrekken uit
het dorp, uitgejouwd door de mensen. Het mooie aan het verhaal vind
ik niet zo zeer de beschrijving van de gevoelens van de
hoofdpersonen, maar vooral de voelbare verlatenheid in en van het
landschap. Eenzaamheid en op zoek naar geborgenheid, net zoals bij
“Sneeuw”.
Een populair boek is op dit moment
“Pogingen om iets van het leven te maken” van Hendrik
Groen. Vandaag, tweede kerstdag, uitgelezen. In de vorm van een
dagboek vertelt een bewoner van een bejaardenhuis zijn belevenissen.
En dat zijn niet altijd sombere, vervelende zaken. Zelfspot en
observatievermogen komen uitvoerig aan bod. Jezelf blijven in een
wereld waartoe je veroordeeld bent. Onderdeel zijn van het gebeuren
in een tehuis. Vergelijk ik het met de toestand, die mijn vader
meemaakte, dan is het nog niet zo slecht in dat verzorgingstehuis in
Amsterdam noord. De dagboekvorm maakt dat het prettig in hapklare
stukjes te lezen valt.
Nu maar beginnen aan “Margje”
van Jan Siebelink. En vandaag op oudejaarsdag uitgelezen. Boeiend
boek, Jan kan schrijven. Wat me opviel, waren de vele korte zinnen.
Het verhaal was me niet direct geheel duidelijk. Veel minder dan in
“Knielen op een bed violen” komt de bekoring door de
vader van het Pauweaanse aan bod. De relatieve armoede, de mislukte
relatie met een meisje, met moeder en zijn oom, homofilie, het is er
allemaal. Het boek is eigenlijk een cirkel. Aan het eind moet je het
begin nog even doorlezen. Dat lezen gaat overigens gemakkelijk. Het
is in prettig korte stukjes ingedeeld. En daar houd ik van.
Alex
Buis en anderen hebben een boekje over wandelingen in en rond
Amsterdam geschreven. Dat staat nu op mijn lijstje. Ik heb het zelfs
gekocht in plaats van geleend en dat is uitzonderlijk. Maar eerst
“Weerwater” gelezen van Renate Dorrestein. Ik zag het bij
toeval liggen als groteletterboek in de bibliotheek. Renate heeft een
paar maanden op uitnodiging van de gemeente in Almere gewoond en
gewerkt. Het resultaat is dit boek. Mooi geschreven en het verhaal is
zeker niet slecht. Het is verleidelijk om de story te vergelijken met
andere zaken in het leven en het geloof. Eigenlijk bestaat Almere
slechts nog en is de rest van de wereld verdwenen. Of is het
andersom? In ieder geval staat de geïsoleerdheid van Almere
centraal. En dat is nog steeds zo. Het zal slijten, zo is mijn
overtuiging.
Ondertussen kennis genomen van “Nagele, een
cultuurhistorische wandeling” van Willemijn Zwikstra. Nagele is
een dorp in de Noordoostpolder. Daar moesten dorpen worden ontworpen.
In Nagele mochten architecten van naam hun gang gaan. Wandelroute
gekopieerd en staat op mijn lijstje van things tot do.
Bajes
voor beginners” door Hugo Bergveen beschrijft het leven in de
gevangenis. Hugo is ervaringsdeskundige. Goed geschreven zonder
opsmuk. Laat ook zien hoe hulpeloos een mens tegenwoordig is zonder
telefoon en bankrelatie. Alles gaat via internet en dat is nu juist
niet of zeer beperkt aanwezig in penitentiaire inrichtingen. Had net
zelf een bericht van de overheid in mijn berichtenbox op
mijn.overheid.nl. Wat als je hotmailaccount is gekraakt? Het boekje
sterkt me overigens in de mening dat strenger straffen niet helpt en
ook dat mensen na hun detentie geholpen moeten worden met bepaalde
zaken als inkomen, huis en werk, anders ligt recidive op de
loer.
Zij die mij wat beter kennen, weten dat ik zo nu en dan,
af en toe, soms wel eens een biertje drink. Met zeker genoegen dan
ook een mooi boek over het 400 jarig bestaan van Grolsch gelezen en
ook bekeken, want het is mooi geïllustreerd. “400 jaar
karakter” is de titel. Het beeld ontstaat van een bij
werknemers overwegend geliefd bedrijf in Groenlo (Grol(le)) voorheen
deels ook bekend onder de naam brouwerij De Klok. Ru de Groen is de
schrijver. De familie De Groen is lange tijd verweven geweest met het
bedrijf.
Onlangs, april 2016 schrijven we, een boekje gelezen
over het leven in Oost Duitsland. “Mijn vrije Duitse jeugd”.
Claudia Rusch doet in korte verhalen kond van haar leven tot haar
tienertijd in de DDR. Strekking is dat er ook gelukkige momenten
waren in het leven van jongeren destijds. Daarna toevallig “De
grote treinroof” te pakken gekregen van Michael Crichton. Bijna
in één keer uitgelezen. Spannend verhaal, dat ook het
leven van mensen in Engeland en Londen in het bijzonder in de 19e
eeuw beschrijft. Overigens niet te verwarren met de grote treinroof
uit 1963.
Bezig geweest met “geen sterveling weet”
van Gerard Koolschijn. Gaat net als “Bij knielen op een bed
violen” en “Margje” over de gevolgen voor de
familie van de preken van wijlen Ds. Paauwe. Wat een geweldig boek!
In het begin gewijd aan de gruwelen van het geloof, de vader die
opgaat in de leer van een fanatieke prediker en het gezin dat daar
onder lijdt, en vervolgens een beschrijving van een verblijf op een
eiland in Griekenland, een moeilijk huwelijk en een carrière
van een begaafd mens. Tot slot een begrafenis met 'Ravianen'. Zo maar
een opsomming van ingrediënten, die maken dat ik het bleef
lezen. Overweeg het boek te kopen en dat wil wat zeggen.
Kikker
gaat fietsen” heeft als ondertitel : Over het leed dat leven
heet”. Als ik dat laatste lees, raak ik al meteen geboeid. De
schrijver is Maarten van Buuren. Een talentvol iemand, die goed kan
schrijven. In “Kikker gaat fietsen” gaat hij in op het
overwinnen van zijn depressie. De kikker, Maarten, zit onder een
glazen stolp en beziet van daar uit de buitenwereld, zonder er zelf
aan te kunnen deelnemen. Het begint met de ontdekking dat hij niet
overspannen is, maar last heeft van een depressie en dat
waarschijnlijk al z'n hele leven. Dankzij gesprekken en medicamenten
raakt hij aan de beterende hand. Ik herkende veel in dit boek. Dingen
zien en horen, maar gevoel missen. Diepte niet zien. Niet meer kunnen
genieten van het mooie.
Los daarvan heb ik met Maarten gemeen
een afkeer van social talk, het moet ergens over gaan. Het kost me
moeite om in gesprek te blijven over 'kleine runderen'. Ik ben soms
graag alleen. Ontsnap door lichamelijke inspanning. Voel me beter na
hard te hebben getraind. Komt toch waarschijnlijk door dat stofje in
m'n hoofd dat dan wordt aangemaakt en dat (onvoldoende) aanwezig
lijkt in de basis. Een bijzonder waardevol boek, al moet ik zeggen
dat ik de theorieën, daar waar het bijvoorbeeld gaat over het
aanhalen van werken van bekende schrijvers, niet altijd goed kan
volgen, Maar de grote lijn in het boek voel ik haarfijn aan. Een
ontdekking, zo ervaar ik het, ook alleen al om de beschrijving van
het verschil in geloofsbeleving tussen de verschillende
kerkgenootschappen. Een voorbeeld: De gereformeerde bedoelt met
“kerk” iets anders dan de hervormde. In het eerste geval
gaat het vooral om de geloofsgemeenschap, in het tweede geval wordt
vaak het gebouw bedoeld. Dat is althans wat Maarten schrijft. En ook
zulke dingen lees ik graag.
De smaak te pakken hebbend ook
“Hoofd van mijn dromen” gelezen. Hoofd slaat op de wijk
in Maassluis, waar de schrijver in zijn jeugd vertoefde. Het wel en
wee van middenstandsfamilies rond de jaren 50 van de vorige eeuw
wordt hierin, soms welhaast minutieus beschreven. Heel leuk om te
lezen.
Tijdens de vakantie mijn e-reader weer ontdekt. Van
Anton Koolhaas “De hond en het lege huis” gelezen. Mooie
novelle, vol van stemmingen en voer voor gedachten. Toen aan “Bartje”
begonnen van Anne de Vries. Eigenlijk alleen bekend om de bruine
bonen, maar het verhaal is zo veel rijker dan dat. Sociale roman,
beeld van de armoe en ongelijkheid, vol van beschrijvingen van
waarnemingen van de omgeving.
Toevallig stond op mijn
elektronisch leesboek ook “Anna” van Annejet van der
Zijl. Heeft gezorgd voor enige uren leesplezier. Annejet kan
schrijven. Ze maakt van een biografie een min of meer vloeiend
verhaal, dat een soms heel getailleerd beeld geeft van A.M.G.
Schmidt. Had nooit zo veel met de laatste dame. Ik wist dat ze een
paar kinderboeken had geschreven en had moeten weten dat er ook een
paar musicals op haar naam staan. Ik was onder de indruk in de
biografie van de voorbeelden van het knappe taalgebruik van Annie, de
vaak simpele woorden waarmee zo veel gezegd kan worden. En ik kon ook
meegaan met het gevoel van een boom te zijn zonder wortels in de
grond, als je verhuisd bent naar een andere plaats.
Twee
geheel verschillende boeken gelezen. Eerst “Bartje zoekt het
geluk”, het vervolg op het eerder genoemde boek. Opnieuw in
vervoering geraakt door de schrijfstijl en woordkeuze van de
schrijver. Warm gevoel bij beschrijving van belevenissen van simpele
mensen. Daarna “Brandende liefde”van Jan Wolkers. Wolkers
schildert met woorden. Situaties worden soms indringend en dan weer
op zo'n manier dat ze toch werkelijk gebeurd kunnen zijn, beschreven.
Boek boeide me overigens na een aantal bladzijden niet echt meer.
In
de bibliotheek onverwacht gestuit op "En nog is Polen niet
verloren". Hierin worden door twee Nederlandse journalisten
ontwikkelingen beschreven in Polen, die van invloed zijn op de
huidige situatie daar. Gaf me meer inzicht in het land. Maar de
ontwikkelingen staan niet stil. Het boekje is in 2014 verschenen en
inmiddels zijn we twee jaar verder. Hoog tijd om daar een keer
persoonlijk een kijkje te gaan nemen. Warschau en Krakow staan al een
poosje op mijn lijst.
Inmiddels is het eind oktober 2016.
Gegrepen door het kleurrijke boek “Oorlog en terpentijn”
van Stefan Hertmans. Kleurrijk door het bloed van de grote oorlog,
zoals de Belgen de eerste wereldoorlog noemen en kleurrijk door de
schilderkunst van de hoofdpersoon, de grootvader van de schrijver. De
militair die hij noodgedwongen was geweest en de kunstenaar die hij
had willen zijn, zo wordt het in het boek op een bladzijde treffend
samengevat. De omgeving van Gent en de IJzer worden beschreven met
het accent op de periode 1914-1918. Ik ben in Gent geweest en heb ook
de IJzertoren in Diksmuide bezocht. Sporen van de strijd zijn daar
nog tastbaar. Ik meen er iets van te begrijpen. Het boek geeft ook de
armoede weer van de gewone mensen in België. In het leger
spreken de officieren Frans en het kanonnenvolk Vlaams. Begreep dat
dit de oorzaak zou kunnen zijn van vergissingen. De schrijver heeft
aan de hand van schriftjes, waarin zijn grootvader gebeurtenissen
optekende, een boeiend verhaal kunnen samenstellen, dat me ontroerde
en boeide.
En dan is het alweer medio februari 2017. Wel
verschillende geschriften tot mij genomen, maar er niet toe kunnen
komen om dit wereldkundig te maken. “De 100 jarige man die uit
het raam klom en verdween” van Jonas Jonasson was aanleiding om
weer verder te gaan met de arbeid van het schrijven op de site. Een
behoorlijk dik boek, geschreven in simpele zinnen, maar wel met
meerdere verhaallijnen over de levensloop van de hoofdpersoon Allan.
Verhaald wordt over zijn leven en in het bijzonder over zijn
ontmoetingen met de grote der aarde in de 20e eeuw. Van Stalin tot
Mao en van Johnson tot de Gaulle. Hoewel simpel van taalgebruik
verwarrend door de grote hoeveelheid absurde belevenissen. Wel leuk
om te lezen.
Iets eerder vorige maand het vervolg van Hendrik
Groen gelezen, “Zo lang er leven is”. Dit maal in een
grote letterboek. Het dagboek blijft leuk, maar het verrassende is er
een beetje af. Schijnt dat mensen in Amsterdam noord er veel in
herkennen.
Een misdaadroman. Niets voor mij eigenlijk. Maar
deze, “Het Sahara raadsel”, geschreven door Aad van den
Heuvel leest lekker weg. Vlot geschreven en onderhoudend. Duidelijk
is de tv-actualiteitenachtergrondrubriek (wat een woord!) van de
schrijver zichtbaar. Het boekenweekgeschenk van Herman Koch is goed
geschreven. Het concept is origineel te noemen. Een schrijver van
zelfhulpboeken volgt een advies in zijn eigen boek op. De onverwachte
wending in het boek krijgt hiermede echter geen goed einde.
"Makkelijk leven" heet het ook nog.
Ik kreeg in mei
2017 onverwacht een geweldig kado. Een boek van Isabel Allende. Het
heet “Liefde en schaduw” en gaat over de invloed van een
militaire dictatuur op het leven van mensen. Maar de inhoud is veel
meer dan het laatste deel van de vorige zin. Het is zo veel
omvattend, dat het bijna onmogelijk lijkt het verhaal goed en
volledig te beschrijven. Zelden was ik zo onder de indruk van een
boek. Dat komt ook door de context, een voorwoord van een journaliste
in Suriname over de gang van zaken rond het regime daar in de jaren
80 van de vorige eeuw en een nawoord over de eisen waaraan een debat
in een democratie moet voldoen. Het debat is essentieel voor een
vrije maatschappij. Argumenten hanteren in plaats van mensen
persoonlijk aanvallen, is een voorwaarde voor een zuivere discussie.
De kunst die Isabel Allende, neef van de vroegere Chileense president
Salvador Allende, goed verstaat is om in een meeslepend, boeiend
verhaal zowel een liefdegeschiedenis als de gevolgen van een
dictatuur voor een land zo geweldig te beschrijven. Ik vond het een
schitterend boek! Hulde ook aan de vertaalster.
Ik zag reclame
voor een nieuw boek van Jeroen van Bergeijk. Het heette Liefde,
lijden, lossen en gaat over een fietstocht naar Santiago de
Compostela. Nog niet te krijgen in de bibliotheek, maar wel een ander
boek van deze schrijver.
Mijn Mercedes is te koop, het
verhaal van een reis per auto van Amsterdam naar West-Afrika. Geeft
een beeld van hoe het daar in dat warme continent in bepaalde landen
aan toe gaat. Leuk is ook de beschouwing over het begrip tijd. In een
vlotte, heel leesbare stijl geschreven.
Nu het vakantietijd
is, heb ik meer tijd om te lezen. Begonnen met een boekje dat gaat
over het overwinnen van weerstanden in de hersenen om iets te
bereiken. Gekregen op mijn werk in het kader van Is my life
bijeenkomsten. “De kunst van Kaizen” van Robert Maurer.
Beginnen met kleine stapjes leidt op termijn tot succes. Beter dan
direct grote doelen willen bereiken. Heel lezenswaardig, dat
schrijven over de hersenstam, de middenhersenen en de cortex.
Het
grote foute jongensboek” zag ik bij toeval in de bibliotheek.
Het is geschreven door twee columnisten t.w. Rob Hoogland (Telegraaf)
en Arthur van Amerongen (Volkskrant). Vooral in het begin af en toe
hilarisch. Vooral het onderdeel dat over zogenaamde gekwetste mensen
gaat, las ik met instemming. Het aanmeten van gekwetstheid als
inkomensmodel. Daarbij dankbaar gebruik makend van politieke
correctheid. Voorbeeld: “Heb ik slaven gedreven? Nee. Heb jij
katoen geplukt? Nee. Waar hebben we het dan eigenlijk over?”.
Helaas duurt het zo op driekwart van het boek te lang voordat het uit
is. De commentaren en verhalen gaan dan wat vervelen, hetgeen de
kracht van het geschrevene niet ten goede komt.
Had al vaak
gehoord over “De kleine blonde dood” van Boudewijn Büch.
Geweldig geschreven verhaal over een man die zijn blonde zoontje
verliest en de vader van de man, die maar niet los komt van de
verschrikkingen uit de tweede wereldoorlog en de invloed die dat
heeft op zijn gezin. Vroeg me af of er achter blonde een komma of het
woordje “is” zou moeten. Boudewijn kon schrijven, moest
schrijven is misschien beter uitgedrukt.
De bibliotheek had
nog een cadeautje voor me. De Amerikaanse prinses van Annejet van der
Zijl. Prachtig geschreven en boeiend verhaal over het leven van een
Amerikaanse en haar ontmoetingen in de wereld van glamour en rijkdom,
ook die van wijlen prins B. Doorgaan en niet naar het verleden kijken
bij tegenslagen. Ik hoop het te onthouden.
Ik vond een boek
over de crisisjaren t.w. Het leven in de crisisjaren 1929-1939. Veel
foto's waaruit veel leed en armoede klinkt, maar ook informatief. De
foto's zijn het Geïllustreerd weekblad Het Leven. De periode
Colijn wordt beschreven met onder meer het vasthouden aan de Gouden
standaard en de muiterij op de “zeven provinciën”.
Doorgegaan
met weer een boek van Büch, Het Dolhuis. Boeiend geschreven
verhaal dat speelt in twee perioden t.w. de jeugdige en volwassen
Winkler. Patiëntje Winkler wordt hij genoemd door de gemene
zusters van het Brabantse kindertehuis, waar hij een jaar verblijft.
De verhouding tussen vader en zoon wordt geleidelijk duidelijk. In
één ruk uitgelezen.
Geert Mak vind ik
toegankelijk schrijven. Ik las Ooggetuigen van de vaderlands
geschiedenis. Ongeveer 100 verhalen ooit geschreven door ooggetuigen
en verzameld door Geert. Fascinerend hoe berichtgeving zonder
internet en telefoon vroeger ging.
In de bibliotheek zei ik
tegen een biebdame dat ik keek of er nog een cadeautje lag. En dat
was het geval. Een boek met de titel “Brussel'”
geschreven door Basje Bender. Heel herkenbaar voor mij schrijft ze
over de stad. De kringen waarin ze zich beweegt, zijn niet de mijne.
Het betreft jonge mensen die werken voor de eu al of niet stagiaires.
Een heel prettige schrijfstijl met in het verhaal uitstapjes naar
relaties met mannen en vrouwen (experimenten noemt de schrijfster ze)
en hier en daar vermeende autistische trekken. Heerlijk boekje.
En
dan kom je ook zo maar weer iets heel anders tegen. Een reisverslag
uit 1913. “De grote reis van prins Soeparto” oftewel van
Raden Mas Hary SoerJosoeparto. Van Java naar Nederland per stoomboot
(via Marseille per trein). De tekst is helaas gemoderniseerd. Jammer,
de prins beheerste het 'oude' Nederlands goed. Niettemin een verhaal
uit andere tijden. Hoewel nog maar 100 jaar geleden. Leuk om te
lezen.
Als je zo maar 'los' rondloopt in de bieb kom je boeken
tegen waarvan je nooit gedacht had dat je die zou lezen. “Daten
wat de pot schaft” bijvoorbeeld geeft een aardig inkijkje in
het leven van een mevrouw die op zoek is naar een partner.
Tegenwoordig hoor je vaak: Ik wil iemand die me wil en niet iemand
die me nodig heeft. En toch gaat het één meestal niet
zonder het ander. In een vlaag van nostalgie het grote letterboek
“Gouden Jaren” van Annegreet van Bergen bekeken. Leuk om
te lezen hoe dingen sinds ongeveer mijn geboorte tot heden zijn
veranderd. In sommige opzichten is de wereld onherkenbaar geworden.
En ook een mooi fotoboek gevonden. “Het wonder van de
wederopbouw” van fotograaf Henk Nieuwenhuis. De jaren 50
boeiend in beeld.
In “Gouden Jaren” werd “Het
zwijgen van Maria Zachea” geschreven door Judith Koelemeijer
genoemd. Een boeiend verhaal over een katholiek gezin in
Noord-Holland in de jaren 40-90 van de vorige eeuw geschreven door
een kleindochter van Maria naar de verhalen van de vele ooms en
tantes. Een echt tijdsdocument, over een periode waarin de absolute
waarheid van de kerk afbrokkelde en de mensen ook in andere opzichten
te maken kregen met een veranderende samenleving.
Een
dwarsligger te pakken gekregen. Dus een klein boekje met een compleet
verhaal er in. Je moet er even aan wennen. Kleine letters. Maar
handig om mee te nemen op reis. Paulien Cornelisse is de schrijfster
van Taal is zeg maar echt mijn ding en En dan nog iets. Heel amusant
veelal. Geen woord wordt gespaard. Zo wordt er bijvoorbeeld het
gebruik van de verschillende 'lulwoord' vormen uitgelegd en ook wordt
ingegaan op de taal die het indienen van een subsidieverzoek vereist.
Dat laatste is wel heel herkenbaar. Maar er is meer. Paulien is een
goede opmerkster van ons dagelijks taalgebruik en weet haarscherp
nuances aan te geven. Genot om te lezen.
Heel wat anders nu.
Zo rond de kerst 2017 een boek van Dineke Epping gelezen. “Thuis
op Dunleigh Hall” heet het. Het verhaal speelt in Ierland in de
19e eeuw. De hoofdpersoon is een jonge rijke Amerikaanse, die huwt
met de armlastige maar adellijke eigenaar van een Iers landgoed.
Treffend en voor mij leerzaam worden de gebruiken in de kringen van
de aristocratie in Ierland en die van de nieuwe rijken in Amerika
beschreven. Het boek leest heerlijk vlot weg. Ontspannend, hier en
daar wel wat moraliserend vanuit de Protestantse achtergrond van de
de schrijfster, maar dat stoort niet, integendeel. Een boek om lekker
te lezen zonder moeilijk intellectueel gedoe.
Zo maar bij de
nieuwe aanwinsten lag “Van wie is het kind?” van John
Exalto. Het boek beschrijft twee eeuwen onderwijsvrijheid in
Nederland en dan vooral vanuit de protestantse hoek. Stilgestaan
wordt bij de geleidelijke gelijkstelling van het bijzonder onderwijs
aan het openbaar onderwijs onder meer voor wat betreft de
bekostiging. Hoogtepunt is 1917 waarbij kiesrecht wordt gekoppeld aan
deze gelijkstelling. Geeft aan hoe krom soms in de politiek gedacht
wordt. Redelijke argumenten om iets te besluiten kunnen worden
verworpen op oneigenlijke gronden.
Maar wie heeft het in de
bijzondere school voor het zeggen: ouders, schoolbestuur of de staat?
En heeft het kind zelf iets te vertellen, zou ik willen toevoegen.
Ouders behoren voor het kind te zorgen. Doen ze dat niet dan komt de
staat in beeld. Ingegaan wordt op het ontstaan van de diverse
richtingen in het onderwijs en de definities daarvan. Met behulp van
het bekende artikel 13 van de Lager onderwijswet 1920, dat gaat over
het recht op vergoeding van de reiskosten door de gemeente als een
bepaalde school ver weg is en waar de ouders bezwaar hebben tegen
alle dichterbij zijnde scholen, wordt ook de link gelegd naar de
stichting en bekostiging van scholen door de staat. Een heel
interessant boek, nu eens geen fictie. Hoewel, als je leest waarom er
weer een nieuwe richting moet komen bijvoorbeeld of wel of niet moet
worden uitgegaan van de volledige tekst van de Drie Formulieren van
Enigheid uit 1618-1619, dan is het moeilijk voor te stellen dat grote
mensen hier in ernst nog steeds over kunnen praten. Zorg bestaat in
sommige kringen ook nu nog over de vrijheid van onderwijs. Is er niet
teveel staatsbemoeienis? De subsidiëring kan bedreigend zijn. De
materie heeft mij altijd geboeid. Had er tijdens mijn werk ook wel
mee te maken. Verdienste van de schrijver is dat het boek goed en
prettig leesbaar is.
Met veel plezier een paar Biggles pockets
uit mijn jeugd verslonden. Heerlijk wegdromend op verlaten eilanden
in verre streken in gezelschap van correcte helden in een tijd zonder
internet, mobieltjes etc. Daarna toevallig gestuit op Rendez-vous van
Esther Verhoef. Zegt iets over mij dat ik zowel van het boek als de
schrijfster niets afwist. Schijnt heel bekend te zijn. Maar dat is na
lezing nu dus verholpen. Mooi, spannend verhaal dat je nieuwsgierig
maakt naar de afloop. Verveling hoeft niet te bestaan, zo lijkt het
wel.
Een Duitse dame, Giulia Enders, arts van professie, heeft
“De mooie voedselmachine” geschreven. Alles over de
darmen, een onderschat orgaan luidt de ondertitel. Voor het grootste
deel goed te volgen ook voor leken. In de darmen gebeurt heel veel.
En passant worden ook andere organen meegenomen. Leerzaam! Ook
leerzaam en met veel plezier gelezen een boek van Marion Everink.
Meer sjans met Frans. Hoewel de titel anders doet vermoeden, staan
hier voor liefhebber veel goede, serieuze taaltips in over het
vermijden van de verkeerde woorden in het Frans en natuurlijk het
gebruik van de goede.
Onverwacht het boek 7 jaar in Tibet
gelezen van Heinrich Harrer. Boeiend verhaal dat me ook weer eens
wees op de rol van China in dit deel van de wereld. Later de dvd met
de film bekeken. Niet moeten doen. Zoals wel vaker is het boek veel
beter dan de film. Er zijn zo veel mooie boeken.
Er is te
veel om te lezen in een leven. Daar kwam ik weer eens achter toen ik
het boek “1001 verhalen die je gelezen moet hebben”
leende. Van diverse grote werken wordt een beschrijving gegeven in
veel gevallen compleet met context. Wat een rijkdom. Vaak moet ik me
er echter toe zetten om aan een boek te beginnen, hoewel ik weet dat
ik plezier aan het lezen ervan zal beleven.
Wat heerlijk toch
dat de openbare bibliotheek bestaat. Recent een roman van Bennie
Roeters gelezen over Tjerk Vermaning, de archeoloog uit Drenthe.
Redelijk onderhoudend verhaal. Mij trof vooral de persoon van Tjerk
en zijn relaties met 'deskundigen' op het gebied van de archeologie.
Ongeacht hoe het in deze zaak zat, is mijn ervaring dat het met
verklaarde deskundigen soms oppassen geblazen is. Altijd zelf blijven
nadenken is verstandig. Dat zelf blijven nadenken was op veel
katholieke kostscholen moeilijk, zo leerde het boek Uw wil geschiede
van Truska Bast me. Schrijnende verhalen over misstanden daar in de
jaren na de tweede wereldoorlog. Deed me beseffen hoeveel te laat de
commissie Deetman werd ingesteld. Een indrukwekkend boek.
Met
veel genoegen het boek De canon van het onderwijs gelezen van de hand
van Emma Los. Geeft een goed overzicht van de verschillende
ontwikkelingen op dit gebied in ons land.
Zoals al eerder
betoogd, is de bibliotheek een waardevolle instelling. Een boek van
Jan Fels tegen het lijf gelopen. Je neemt jezelf mee overzee met als
ondertitel Een persoonlijke visie op de naoorlogse emigratie van
Nederland naar Australië. Nederlanders gingen na de tweede
wereldoorlog emigreren. Dat kwam ook omdat koningin Wilhelmina in
1945 verklaarde dat ons land 10,5 miljoen inwoners had en vol was. Nu
zijn er meer dan 17 miljoen en nog steeds komen lieden Nederland
binnen. Het kan verkeren. Het beloofde land ver weg van Holland was
overigens niet altijd even prettig, ondanks de mooie
propagandafilmpjes.
In het vliegtuig naar Nederland na mijn
vakantie in Monte Gordo wees iemand mij op een boek van Gerrit
Komrij. Over de bergen. Het gelezen en instemming gevoeld met het
verlangen of de stille wens om in een huis te wonen met de beschaving
ver weg, maar met een zekere basis aan comfort, eten en drinken etc.
Het verlatene sprak me aan. Gewoon noodgedwongen altijd bij jezelf
(kunnen) zijn. Het gedoe in het verhaal over familierelaties tot me
genomen en niet meer dan dat. Een muziekstuk zonder paukenslag,
eigenlijk zoals veel levens zijn.
Doe maar gewoon, 99 tips
voor het omgaan met Nederlanders, geschreven door Hans Kaldenbach.
Wat vinden Nederlanders normaal en wat vinden buitenlanders vreemd?
Het boekje probeert er antwoorden op te geven. Vaak raak, maar soms
ook mis in de zin dat ik het niet altijd eens ben met de schrijver.
Het gebruik bijvoorbeeld van 'waarschijnlijk vindt u' bij de door de
schrijver verwachte mening van een buitenlander, vind ik
gevaarlijk.
Bloed is dikker dan water is de titel van een
matig verhaal geschreven door Timo Bruijns. Gaat over een wat
asociaal milieu hetgeen m.i. ten onrechte wordt verward met de
arbeidersklasse. Viel me wat tegen. Van een geheel andere orde is
1984 van George Orwell. Had dit vroeger op school al eens gelezen.
Prachtige beschrijving van wat ons nog steeds te wachten kan staan of
waarin we deels misschien al leven. Ik zie gelijkenissen met de
huidige wereldpolitiek. Niet langer staan de politieke idealen
voorop, maar vooral de invloedssferen. De wereld lijkt m.i. op weg om
in drie stukjes verdeeld te worden t.w. de VS, Rusland en China. In
'1984' wordt ook het verleden steeds gewijzigd, waardoor niet meer te
achterhalen valt wat in werkelijkheid gebeurde. Mensen worden
voortdurend in de gaten gehouden door de denkpolitie. 'Nieuwspraak'
belemmert creatieve gedachtevorming. Grote broer ziet je overal
oftewel Big brother is watching you en er is altijd een buitenlandse
vijand, die bijdraagt aan een gemeenschappelijk gevoel van haat.
De
ontwikkeling in de techniek maakt het al mogelijk iemands doen en
laten nauwkeurig in kaart te brengen. Dat vermogen zal nog toenemen.
Zien wat in iemands hoofd omgaat, wat hij of zij denkt en daarop
inspelen in het belang van de partij. Griezelig.
Van Aad van
den Heuvel Een zonnig eiland gelezen, Laat zien hoe een
ontwikkelingsland kon/kan profiteren van goedwillende westerse
instanties, waar controle op de effectiviteit en efficiency van de
ontwikkelingsgelden niet of nauwelijks aanwezig is. Leest lekker en
bevat leuke vergelijkingen, maar op de helft gekomen, weet de lezer
het eigenlijk wel. Verrassende elementen in het verhaal worden
minder. Niettemin in sommige opzichten een onthulling, zij het
waarschijnlijk gebaseerd op fictie.
Dan lag er plots weer iets
interessants voor me in de bibliotheek. Heel actueel, gelet op
hetgeen binnenkort met de Zeeuwse Hedwigepolder gaat gebeuren. Van de
hand van Chris de Stoop het boek Dit is mijn hof. Beschrijft de
gevolgen voor de boeren bij het (ongehinderd door kennis en gevoel)
ontpolderen van landerijen. De haven van Antwerpen is de oorzaak, De
Westerschelde moet worden uitgediept en deskundigen menen dat
daarvoor compensatie moet worden gevonden. Ben er zelf ooit geweest
en vond het een mooi gebied, daar zo vlak bij de kerncentrale van
Doel. De rol van de landeigenaar, van wie de boeren hun landerijen
pachten, blijkt overigens ook niet altijd even fraai. Jammer van het
vruchtbare land, dat nu onherstelbaar verdrinkt. We denken nog steeds
natuur te moeten maken, terwijl het er soms al is.
Manhaftig
gepoogd de verzamelde werken van Franz Kafka tot me te nemen. Maar
helaas te hoog gegrepen. Behoorlijk aantal bladzijden van Het proces
en het Het slot doorgeworsteld. Ik werd er heel moe van. De dikke pil
inmiddels terug naar de bibliotheek gebracht. De dwarsligger van Jan
Vantoortelboom viel meer in de smaak. Geheel overeenkomstig de
actualiteit in krant en op tv (100 jaar geleden eindigde de eerste
wereldoorlog) wordt verteld over het leven in die tijd van een man
die als dorpsschoolmeester, moordverdachte en militair poogt overeind
te blijven tussen notabelen, zijn leerlingen en zijn gevoelens. Het
boek begint en eindigt met zijn dood, zodat de afloop van het verhaal
al snel bekend is. Boeide toch, ondanks of dankzij het taalgebruik.
Het dagboek van Heer Olivier van Loek Zuidema kwam toevallig op mijn
tafel. Leuk om te lezen, al zou slechts de helft op waarheid
berusten. Ik denk dat willekeur ook bij justitie een factor van
belang kan zijn. Mijn indruk is voorts dat financiële misdrijven
zwaarder worden bestraft dan geweldsmisdrijven, terwijl ik de laatste
veel ernstiger vind. Maar ja, met een minister-president die
uitkraamt mensen in elkaar te willen slaan, is er op dit terrein niet
veel goeds te verwachten.
Ik hoorde de naam Joost Zwagerman
vallen. Wel eens van gehoord, maar weinig of misschien wel niets van
gelezen. Gimmick en Vals licht zijn nu echter mijn geestelijk
eigendom geworden. Het eerste viel tegen, in mijn ogen eigenlijk
slechts een opsomming van drank, pillen en barbezoek in Amsterdam.
Het milieu: Jonge kunstenaars die de wereld schenen te verbazen met
hun artistieke uitingen en daarmee goed geld verdienden. Maar dan
Vals licht. Boeiend tot het eind. Prachtige expressie in zinnen,
samen een interessant verhaal vormend. Het thema klinkt zo eenvoudig:
een hoer die verliefd wordt op een klant en uit het 'leven' stapt.
Mooi ge- of beter beschreven.
Soms blijf ik 's nachts waken,
wachten op de slaap, die niet komen wil. Daar wen je aan, is mijn
ervaring. Luisteren naar de radio, bij voorkeur een praatprogramma,
is een manier om de tijd te doden en gedachten af te leiden. Zo kwam
ik aan het boek De rode anjer van Elio Vittorini. Sterk aanbevolen
door de presentator, in navolging van De Tijgerkat. Aardig verhaal,
al ontging me toch veel van de schoonheid, waarmee het aangeprezen
werd. Beetje liefde, beetje vriendschap, beetje politiek, beetje
schoolleven. En dat is het dan wel. Alle beetjes samen helpen in dit
geval niet.
Ugly Belgian Houses vond ik bij toeval in de
bibliotheek. Klein boekje met treffende foto's van merkwaardige
woningen in België.
Een boek over Han van Meegeren
gelezen. Staat bekend als vervalser van schilderijen, maar was ook
een groot kunstenaar, vind ik. Meestervervalser heet het boek en het
is heerlijk om te lezen, hoe experts de plank mis kunnen slaan. De
naam van de kunstenaar lijkt belangrijker dan de kwaliteit van het
kunstwerk.
In de bibliotheek kom je van alles tegen. Zo ook
Cupido voor de rijken, een verhandeling van Mark Koster over de
kostbare datingservice van Piere Ebbinge. De advertenties in de
zaterdagkrant waren me al eerder opgevallen. Leuke treffende
woordkeuze.
Van Louis Couperus met veel genoegen "Van
oude mensen, de dingen, die voorbij gaan" gelezen. Prachtig
taalgebruik, zij het dat wel wennen is aan de volgorde van de woorden
en de lidwoorden. Mooi is ook de beschrijving van de dood die nog
bijna tastbaar aanwezig is in de ruimte van de overledene. Het "ding"
oftewel de moord op een echtgenoot in een verleden staat centraal.
Mooi wordt ook de beheersing hierdoor van het leven van oude mensen,
de daders, beschreven. En niet te vergeten de zoon van de vermoorde
man, die 'gezien' heeft. Maar ook de tijdgeest verandert en gaat
voorbij. Heb gelijk twee andere boeken van Louis geleend.
Zo
des nachts luisterend naar de radio hoorde ik een interview met Katja
Kreukels, schrijfster van het boek "Mijn vader was priester".
Geeft een mooi beeld van de grotendeels vergane glorie van de
katholieke kerk in Nederland en in het bijzonder Limburg. Boeiend
verhaal en voor mij heel informatief. Goed is ook dat uitdrukkingen
in het kerklatijn direct worden verduidelijkt in het
Nederlands.
Geweldig genoten van de Kleine Zielen. Wel een
lijvig geheel van 1000 bladzijden. Maar heerlijk die soms vage, maar
een verlangen naar rust en gelatenheid opwekkende beschrijvingen van
landschap en weer. Ook de personages gingen leven voor me. Constance
zal me voorlopig bijblijven. Prachtig ook de woordkeuzes. Kwam er
niet aan toe (lees: was te lui) om alle mij niet bekende woorden op
te zoeken, maar haalde de vermoedelijke betekenis vaak uit de
context. Daarvoor “Langs lijnen van geleidelijkheid” tot
mij genomen. Ook al zo prachtig! Ik had het geluk een cassette met 10
boeken van Couperus voordelig tweedehands te kunnen kopen. Verheug me
op het komende leesplezier.
In de bibliotheek gestuit op een
kleine roman van Dimitri Verhulst, De Pruimenpluk. Goed geschreven
met leuke woordvondsten en vergelijkingen. Een origineel, voor mij
verrassend eind.
Pascal Verbeken was een naam, die mij
onbekend was. Van hem in januari 2020 Grand Central Belge gelezen.
Een reisverslag van een meerdaagse wandeling van de Borinage, het
mijngebied in het zuiden van België, naar Antwerpen. De titel is
gelijk aan die van de vroegere private spoorweglijn over hetzelfde
traject. De sfeer van vergane, industriële glorie is te ruiken
in dit boek. Ik herkende nog wel iets, dat ik ook gewaar werd bij een
vroeger bezoek aan Charleroi. Onwillekeurig moest ik ook terugdenken
aan een bezoek aan Geraardsbergen zo'n 5 a 6 jaar geleden. Dit heeft
echter niets met de Grand Central Belge uitstaande. Ook eindelijk van
dezelfde schrijver Brutopia te pakken gekregen. De invloed van Europa
op Brussel.
En dan kwam er een nat voorjaar gevolgd door een flinke warme en zonnige lente met veel wind. En corona. De bibliotheek bleef een tijdje gesloten en ik haalde mijn e-reader weer te voorschijn. Begrijp nu eindelijk hoe die werkt. Wat e-boeken gelezen die ik hier onvermeld laat. Daarnaast Wij slaven van Suriname van Anton de Kom. Indrukwekkend boek. God zij met ons Suriname: religie als vloek en zegen is ook de moeite van het lezen waard. Herman Vuijsje schreef het en het bevordert mijn inziens het inzicht in de manier van denken van sommige Surinamers. Grappig dat ze van elke levensovertuiging soms een graantje meepikken. W.F. Hermans schreef Au pair, mooi geschreven boek over een Nederlandse studente in Parijs. En daarna Een vreemdeling in Parijs van William Somerset Maugham. Boeiend verhaal. Nu, 1 juni 2020, bezig met een verhaal van Isabel Allende genaamd Eva Luna. En Isabel kan schrijven! Zo is ook Het huis met de geesten een formidabel boek.
We schrijven 10 oktober 2020. Achtereenvolgens geleend en gelezen (gun me zelf niet de tijd voor zelfs een summiere opmerking):
God zij met ons Suriname : religie als vloek en zegen
Vuijsje, Herman
Zelfs Christus aan het kruis had het beter dan ik thuis : de kunst van het lijden
Dorrestijn, Hans
Gezien de feiten Gij nu
Op de Beeck, Griet
De bus uit Dachau : achttien Nederlanders en hun weg terug uit Nacht und Nebel
Schneider, Jos
Terug uit Nacht und Nebel : mijn verhaal uit acht Duitse gevangenissen en concentratiekampen
Bakels, Floris B.
De mensen leven niet allemaal op dezelfde manier : roman Dubois, Jean-Paul
Wordt
niet meer vervolgd.